Mie

Mie is een populaire noedelsoort die zijn oorsprong vindt in de Aziatische keuken, met name in China en Indonesië. Het woord “mie” komt van het Chinese woord miàn, wat “noedels” betekent. In Indonesië is “mie” (ook wel geschreven als “mi”) een verzamelnaam voor verschillende soorten noedels, en dit gebruik is via de Indische keuken overgenomen in Nederland.

De veelzijdige noedel uit het Oosten

Mie wordt traditioneel gemaakt van tarwebloem, water en soms ei. Er bestaan verschillende vormen, zoals dunne mie, dikke mie, miehoen (gemaakt van rijstmeel) en eiermie. De noedels worden meestal gekookt en daarna kort gebakken of gemengd door gerechten.

In Nederland is mie vooral bekend door gerechten als bami goreng (“gebakken mie”), een gerecht dat zijn wortels heeft in de Indonesische keuken. Tijdens de koloniale periode en na de komst van Indische Nederlanders werd bami een vast onderdeel van de Nederlandse eetcultuur. Inmiddels is het niet meer weg te denken uit het rijtje van populaire afhaalgerechten, samen met nasi en saté.

Mie wordt in Nederland op veel manieren gebruikt: in roerbakgerechten met groenten en vlees, in noedelsoepen, of als basis voor salades. Het is een makkelijke en snelle maaltijdoptie, omdat mie vaak binnen enkele minuten gaar is. Bovendien neemt mie gemakkelijk smaken op van sauzen en kruiden, waardoor het goed combineert met oosterse specerijen zoals ketjap, gember, knoflook en sambal.

In de supermarkt is mie verkrijgbaar in diverse soorten, zowel voorgekookt als gedroogd. Door de veelzijdigheid en de neutrale smaak is mie een geliefde basis voor zowel traditionele Aziatische gerechten als moderne fusiongerechten in de Nederlandse keuken.

Kortom, mie is een noedel met een rijke geschiedenis en een vaste plek op het Nederlandse menu.